Een elektrische auto kan niet meer zonder een laadkabel met daaraan een type 2 stekker. Die stekker plug je ongeveer bij elke laadpaal in heel Europa gemakkelijk in. Tenminste, als je gaat AC-laden. AC staat voor ‘alternative current’ en betekent wisselstroom.
In een uitzonderlijk geval kom je nog eens een keer in Europa een AC-laadpaal tegen waar een type 3 stekker in moet. Maar ook dan vind je in de buurt genoeg AC-palen die geschikt zijn voor de universele type 2 stekker.
Type 1 stekker
Bekend in China, Japan en Amerika waar huishoudens vaak een 1-fase aansluiting hebben. In Nederland is een 3-fasen aansluiting gebruikelijker. Type 1 stekkers zijn alleen te gebruiken voor 1-fase laden, dus niet voor krachtstroom.
Type 2 stekker
De type 2 stekker wordt ook wel ‘Mennekes’ stekker genoemd. Het laaduiteinde van een type 2 laadkabel is altijd gelijk. Het voertuiguiteinde van die kabel is niet altijd hetzelfde. Dat verschilt soms per merk/model auto. Elke elektrische auto bevat een laadkabel die geschikt is voor dat voertuig.
Soms heb je dan een kabel die vermogens tussen de 3,7 en 22 kW aankan. Zulke kabels kunnen altijd voor lagere vermogens worden benut. Een laadpaal zal echter nooit meer stroom leveren dan je kabel aankan. Type 2 stekkers kunnen (thuis) gebruikt worden om te laden met 3-fasen stroom (krachtstroom).
CCS2 (combo) stekker
Kun je met je elektrische auto snelladen? Dan heb je de universele CCS2-stekker nodig, de ‘combined charging system 2’ ofwel de Combo-2 stekker. Deze kabels zitten vast aan de snellaadstations die je onderweg, bijvoorbeeld langs de snelweg, tegenkomt. Die hoef je dus niet in je auto achterin mee te nemen.
Snelladen gebeurt bij een DC-laadstation. DC staat voor ‘direct current’ ofwel gelijkstroom. Waar bij AC-laden de omvormer in je auto de wisselstroom (AC) omzet in gelijkstroom (DC), gebeurt dat bij snelladers in het laadstation zelf. De omvormer van zo’n laadstation is veel groter en daarom gaat het laden ook sneller.
De laadkabel, vier modes
Je hebt dus twee gestandaardiseerde laadkabels, de Type 2 en de CCS2 stekker. Er zijn echter meer en verschillende types kabels. Die zijn onderverdeeld in ‘modes’, waar wij onderstaand meer over vertellen.
Mode 1 laadkabels
Deze kabels hebben geen veiligheidsvoorzieningen. Die zitten ook niet standaard in je elektrische auto. Het gaat om kabels met aan een kant een stopcontactaansluiting (gewone stekker) en aan de andere kant een type 2 stekker (bij oudere kabels ook nog wel eens een type 1 stekker).
Mode 2 oplaadkabels
Deze kabel biedt enige veiligheid en controle. Ze hebben een ingebouwde regeling die in contact staat met de auto en kan bepalen hoeveel stroom er in de accu komt. Ook deze kabels plug je in een gewoon huis-tuin-en-keuken-stopcontact. De voertuigzijde van de kabel heeft bijna altijd een type 2 stekker.
Mode 3 laadkabels
Deze kabels kunnen echt communiceren, slimme kabels dus. Een elektrische auto kan via dit type kabel een oplaadpunt melden om de stroom uit te schakelen zodra de accu volledig is opgeladen. En ook communiceren dat bij een bepaald percentage de laadsnelheid omlaag moet om de veiligheid van de accu niet in gevaar te brengen. Deze kabels hebben gewoonlijk aan beide uiteinden type-2 stekkers.
Mode 4 kabels
Kabels die vallen onder mode 4 zijn bedoeld voor DC-snelladen. Dit zijn krachtige kabels die extra lading kunnen transporteren. De kabels zijn dan ook dikker dan mode 1, 2 of 3. Sommigen zijn zelfs gekoeld met vloeistof om het hoge vermogen aan te kunnen. Deze kabels zitten altijd aan een DC-laadstation vast en kun je dus niet in de auto meenemen.
Granny cable
Mode 1 laadkabels zijn dus kabels die benut worden tussen je voertuig en een normaal stopcontact. Dit zijn thuisladers met als nickname ‘Granny cable’. Met deze kabel laad je altijd heel traag. Voor onvoorziene situaties kan hij toch nog wel van pas komen.
Vraag bij gebruik altijd wel eerst om toestemming van de eigenaar van het stopcontact waar je de kabel in wilt pluggen. En probeer een stopcontact te vinden dat aan een enkele groep in de meterkast gekoppeld is. Bijvoorbeeld het stopcontact van een wasmachine.
Stekkerdozen en verlengsnoeren moet je nooit gebruiken bij een Granny cable. Kun je je Granny instellen? Bijvoorbeeld door 6A of 12A te selecteren? Ga dan altijd uit van het laagste vermogen, in dit geval 6 Ampère.
Kies de juiste laadkabel
Kies voor regulier laden een laadkabel type 2, te gebruiken in binnen- en buitenland bij zo’n beetje alle AC-laders.
Kies voor DC-laden geen kabel, want die zit al vast aan het DC-laadstation zelf. En voor noodgevallen is het handig ook altijd een Granny cable in je auto te hebben. Dan kun je in elk geval een paar kilometer laden, mocht je onverwacht met een lege accu komen te zitten.